Azijn en de wet
In het Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen van 24 maart 1998 staan de eisen die de wet stelt aan producten die de naam ‘azijn’ mogen voeren. In artikel 3 staat: “De aanduiding azijn mag uitsluitend worden gebezigd voor een vloeibare waar die azijnzuur als kenmerkend bestanddeel bevat, met dien verstande dat het gehalte aan azijnzuur van de waar ten minste 4 gram per 100 ml bedraagt.’ Aan deze eis voldoet elke natuurazijn. De zuurtegraad van natuurazijn in Nederland is daarom veelal 4% (wat betekent 4% azijn en 96% water).
Lagere zuurgraad
Is de concentratie lager, dan is de naam ‘edik’. In de keuken is edik populair als ingrediënt in sauzen, dressings en vinaigrettes. Deze vloeistoffen mogen niet de naam azijn dragen.
Hogere zuurgraad
De via chemische bewerking verkregen azijn heeft een hogere zuurgraad. In Nederland bedraagt die meestal 7%. Dit zijn meestal schoonmaakazijn, maar er bestaat ook schoonmaakazijn van natuurazijn, dit product heeft een duurzamer karakter.
Azijn en de belastingwet
De belasting op goederen en diensten vinden we terug in de Belasting op de toegevoegde waarde (Btw). Het tarief op azijn is 6% of 21%, afhankelijk van de vraag of de azijn voor consumptie bedoeld is. Consumptie kan ook zijn na bewerking van een product. Natuurazijn is een smaakmaker bij bijvoorbeeld salades en groentes. Het Btw-tarief is dus 6%. Op schoonmaakazijn is het hogere Btw-tarief van 21% van toepassing.
Nieuw is de belastingheffing op azijn niet. Al in de 16e eeuw werd op azijn de Tiende Penning geheven, later vervangen door accijns. De accijns werd afgeschaft in 1917.